Module 1
Jouw werkplek
Module 2
Plannen
Module 3
Brainstormen
Module 4
Research
Module 5
Onzekerheid tackelen
Module 6
De ingrediënten van je verhaal
Module 7
De opbouw van een verhaal
Module 8
Jouw verhaallijn
Module 9
Schrijven
– Hoe nu verder?
– Algemene schrijftips
– Een beetje schrijfles
Module 10
Uitgeven
Module 11
Marketing voor je boek
Met deze tips zet je de eerste stap naar jouw concrete boek!
Een eigen schrijfstijl vinden
Bij het schrijven van een boek hebben we snel de neiging om het allemaal net even wat mooier te maken. We denken heel erg na over logische zinnen en ingewikkelde woorden, maar uiteindelijk wordt het geheel daar haast onleesbaar van. Herken je dat bij jezelf? Probeer dan die hoge eisen van jezelf los te laten en bekijk hoe je praat. Wij zijn als ‘mens’ helemaal niet gemaakt om verhalen op te schrijven, dat hebben we pas veel later geleerd, voorheen vertelden wij verhalen altijd met onze stem en daar mag je dan ook naar terug als je even niet meer weet hoe je iets nou op papier moet zetten. Of dat nou direct aan het begin is of wanneer je halverwege ineens niet meer weet hoe je het moet vertellen. Dat maakt niet uit.
Hoe je dat doet?
Heel simpel: pak je telefoon en neem jezelf al pratend op. Misschien eerst over het weer, maar steeds meer richting jouw verhaal en dat punt waar jij vast bent gelopen. Grote kans dat jij het al pratend in één keer supervloeiend kan vertellen. Als je dat hebt opgenomen kun je het dus ook overtypen en vanaf daar kun je weer verder gaan met schrijven. Of als het zo goed is bevallen gewoon doorgaan met opnemen en uittypen natuurlijk. Natuurlijk is het wel slim om het allemaal een beetje te herschrijven, maar je denkt zo in elk geval niet te moeilijk waardoor je vast gaat lopen.
Onderdeel van een eigen schrijfstijl vinden is ook onderzoeken in welke vorm je het liefst schrijft. De ik-vorm of hij/zij-vorm en de verleden tijd of de tegenwoordige tijd. Als je dat nog niet helemaal weet, probeer je gewoon alles een klein stukje en kijk je wat het beste voelt. Je kunt ook kijken in welke stijl je zelf het liefste leest, dat komt waarschijnlijk ook dicht in de buurt van jouw eigen schrijfstijl.
Doen-doen-doen
De uitspraak ‘oefening baart kunst’ is er niet voor niets! Door heel veel te schrijven, wordt je er steeds beter in. Ik raad je dan ook aan om elk vrij moment te pakken om te schrijven. Aan je verhaal of doe eens een leuke schrijfoefening die je onder het kopje ‘writer’s blocks’ vindt.
Voel je ook niet bezwaard om zo’n oefentekst naar me te sturen! Door doen leer je veel, maar door feedback nóg meer. Vanaf nu kom jij nooit meer van de wc af voor je een stukje hebt geschreven.
Writer’s blocks
Zit je helemaal vast? Ook nadat je je inner-criticus zoveel mogelijk hebt uitgeschakeld? Kijk dan eerst eens of je niet teveel vraagt van jezelf. Een writer’s block kan ook ontstaan wanneer je eigenlijk gewoon heel moe bent en je hoofd het simpelweg niet kan opbrengen om nieuwe verhalen te verzinnen. Weet je zeker dat je vol met energie zit, maar gewoon echt het verhaal niet in komt. Dan zijn er een aantal schrijfoefeningen die je zou kunnen proberen. De kunst is namelijk om even helemaal uit je verhaal te gaan en alleen op het schrijven zelf te focussen. Zodra dat weer stroomt, gaat het schrijven van je eigen verhaal een stuk makkelijker.
OEFENING 1
Sta eens stil bij een voorwerp in jouw woon- of slaapkamer, waar je op dit moment ook maar zit, en beschrijf een dag uit het leven van dit voorwerp. Welke gekke ochtenddansjes ziet jouw kledingkast of van welke serenades heeft jouw douchekop tot nu toe al mogen genieten?
OEFENING 2
Start Netflix op. Niet om je favoriete serie te kijken, maar zoek een serie of film op die je nog niet kent en zet die aan. Na 10 minuten zet je hem weer uit. Je hebt nu een beetje een beeld van de sfeer en de mensen die er in spelen: aan jou de taak om dit verhaal af te schrijven. Achteraf kun je natuurlijk nog even kijken of je in de goede richting dacht en alsnog heerlijk Netflixen!
OEFENING 3
Pak minstens tien kleine papiertjes en schrijf er random voorwerpen op. Voorbeelden zijn: boom, tafel, winkel, eierdopje, vlaggenmast, ramenwisser enz. Gelukt? Dan mag je er drie grabbelen. Deze voorwerpen spelen een rol in het verhaal dat je gaat schrijven.
Als het schrijven nu nog niet lukt, moet je misschien even terug naar de vorige paragraaf en kijken of vertellen wel lukt. Dus gewoon hardop tegen jezelf één van deze verhaaltjes vertellen. Vervolgens kun je dat ook voor je eigen verhaal beginnen en zodra je de eerste regels al pratend verzonnen hebt, kun je makkelijker al typend verder gaan.